Heetste Spaanse zomer ooit gemeten: 'Voorbode van wat gaat komen'
Spanje heeft dit jaar de heetste zomer gehad die ooit is gemeten. Het Zuid-Europese land werd geconfronteerd met hittegolven die samen meer dan een maand duurden en kampte met de meeste natuurbranden in dertig jaar tijd, zegt het Spaanse weeragentschap AEMET.
Spanje meet de temperaturen in het land sinds 1961. "Negen van de tien warmste Spaanse zomers hebben zich voorgedaan sinds het jaar 2000", zegt een AEMET-woordvoerder tegen persbureau Reuters. De hitte bereikte in augustus zijn climax, toen lokale temperaturen de 45 graden Celsius overschreden.
De gemiddelde temperatuur op het Spaanse vasteland was afgelopen zomer 24,1 graden, de nachten meegeteld. Dat is 0,1 graad warmer dan de vorige recordzomer, die van 2022. Volgens de AEMET-woordvoerder is de zomer van dit jaar een voorbode voor wat komen gaat.
Friesland, Groningen en Flevoland tezamen
De afgelopen jaren hebben meer landen te maken gehad met recordhitte. Ook het Verenigd Koninkrijk kampte met de warmste zomer ooit gemeten (sinds 1884). In Nederland hadden we ook een zeer warme zomer, volgens het KNMI de op drie na warmste zomer ooit.
De recordhittes, als gevolg van klimaatverandering, leiden geregeld tot natuurbranden. Verschillende landen in Zuid-Europa kregen daar mee te maken. Natuurbranden ontstaan door een combinatie van hoge temperaturen, aanhoudende droogte en een krachtige wind. De wind wakkert het vuur aan en versnelt de verspreiding ervan.
In de Europese Unie is een recordoppervlakte van 1 miljoen hectare aan land verwoest, meldt het Europees bosbrandagentschap EFFIS. Dat is een gebied ongeveer zo groot als Friesland, Groningen en Flevoland bij elkaar.