© Bert De Deken
Migranten in de Kempen:“Ik verdien hier vier keer meer dan in Polen”
Michal Rogojsca (29) en Emilia Anielewska (25) hebben de vorige maand een van de belangrijkste beslissingen uit hun leven genomen. Het jonge Poolse koppel besloot om het huis in Kleppendal in Mol-Ezaart – dat ze al meer dan vier jaren huren – te kopen. “Dat betekent dat we definitief in België blijven wonen en niet terugkeren naar Polen”, zegt Emilia. “Ik heb mijn leven hier uitgebouwd. We voelen ons meer thuis in Mol dan in Polen.”
ZOMERREEKS. Nederlanders, Turken en Marokkanen vormen al een halve eeuw de ‘oude’ migrantengemeenschappen in de Kempen. Sinds begin de 21ste eeuw zijn deze minimaatschappijen sterk uitgebreid met opvallende nieuwe gemeenschappen: Polen en Surinamers in de regio Mol, Bulgaren in Geel, Portugezen in Herenthout en Roemenen in heel de Kempen. Wat bracht hen naar hier? Waar werken ze? Hoe beleven ze hun godsdienst? Waar gaan ze winkelen of naar de kapper? En ja: wat vinden ze eigenlijk van de Belgen? Vandaag gaan we op bezoek bij Polen in Mol.
Zoals zoveel migranten zijn ook Michal en Emilia in hun nieuwe land aanbeland door een familielid dat de weg voor hen bereidde. “Onze schoonbroer Pavo werkte twaalf jaar geleden in Beringen in een diepvriesbedrijf en werd door zijn baas ondergebracht in een appartement in het hotel Corbie in Mol”, vertelt Michael. “De hotelbaas vroeg Pavo om voor hem te komen werken als klusjesman. Daar is hij op ingegaan. Hij heeft zijn vrouw Monica – de zus van Emilia – en hun kind laten overkomen. Monica mocht ook in het hotel werken als poetsvrouw. Eigenlijk was het niet de bedoeling dat ze in België bleven. Ze wilden hier hard werken en flink wat sparen om een huis in Polen te kunnen bouwen. Ze hebben uiteindelijk hier een huis gebouwd. Vandaag werkt mijn zus mee de receptie in het hotel.”
Telefoon uit Mol
Amper een paar maanden nadat haar zus was vertrokken, kreeg Emilia vanuit Mol een telefoon van haar. “Ze hadden nog een poetsvrouw nodig in het hotel”, vertelt Emilia. “Of ik misschien zin om naar Mol te komen. Ik was 19 jaar en woonde nog bij mijn moeder. Ik was net afgestuurd als informatiemanager, maar zou met dat diploma niet snel werk vinden. Ik dacht: waarom niet proberen? En ik ben vertrokken.”
“Ik vond dat uiteraard niet leuk”, komt haar man Michal tussen. “We waren al een tijdje verloofd. Maar nog geen drie weken later kreeg ook ik telefoon. Ze hadden in het hotel nog een klusjesman nodig. Ik had een goede job in Polen. Ik werkte er als geluids- en lichttechnicus Toch heb ik niet getwijfeld. Ik ben meteen gestopt met werken en ben een dag later naar hier afgereisd. Ik heb me hier van de eerste dag goed gevoeld. No risk, no fun, weet je.”
Over de echte reden waarom hij zijn job opzegde, doet Michal niet flauw. “Het gaat natuurlijk over geld”, zegt hij. “Ik verdien hier vier keer meer dan in Polen. De keuze was snel gemaakt.”
Klein Polen
Het koppel verbleef vier jaar in een appartement in hotel Corbie. “Heel leuk”, zegt Michal. “We pakten de lift vanop de verdieping waar we woonden en daalden af naar het gelijkvloers. Daar begonnen we samen aan onze werkdag. Pas toen we ons eerste kind kregen, werd het appartement te klein en zijn we naar hier verhuisd.”
© BERT DE DEKEN
Michal en Emilia werken vandaag nog steeds in hotel Corbie: hij als klusjesman voor de keten van ondertussen al vier Corbiehotels; zij in de wasserij. Hotel Corbie kan je gerust als een ‘klein Polen’ bestempelen. Een blik op de parkeerplaatsen rondom het hotel zegt voldoende. Het merendeel draagt een PL-kenteken en de vehikels dateren duidelijk uit het voorbije dieseltijdperk. “Ik schat dat er in het hotel een honderdtal Polen in de appartementen woont”, zegt Emilia. “Het zijn uitsluitend mannen die vaak met z’n vieren samenwonen in één appartement. Ze worden in Polen door een interimkantoor gerekruteerd en werken bijna allemaal in de bouw, soms zelfs op werven in Brussel. Het is verdienen, verdienen en nog eens verdienen! Ze willen een huis bouwen in Polen of een auto kopen. Hun vrouw en kinderen zijn in Polen gebleven, maar het gebeurt steeds vaker dat ze hun familie laten overkomen en hier blijven wonen.”
Waarom die Polen hier zo gegeerd zijn, vragen we Michal. “Polen zijn harde werkers”, zegt hij met enige trots. “We staan toch bekend als prima vakmannen, goede metsers en schilders.”
“Ook de Poolse poetsvrouwen hebben een goede naam”, zegt Emilia. “Ik ben in het hotel Corbie nog nooit een Belgische poetsvrouw tegengekomen. Ofwel zijn het Polen ofwel komen ze uit Slovakije en Tsjechië.”
Moeder als oppas
De moeder van Michal – Alina – is op bezoek. Ze blijft de hele grote vakantie en is de welgekomen oppas voor de twee dochters Cornelai (5) en Louise (3). Michal en Emilia moeten uiteraard in het hotel werken tijdens de drukke zomermaanden. Of zijn moeder haar twee kleinkinderen in Polen niet mist? Michal speelt onze vraag door aan haar. “Nee”, vertaalt hij. “Ze is echt tevreden is dat wij hier een goed leven hebben en goed voor onze kinderen zorgen. Ze mist ons niet omdat ze steeds naar hier kan komen. Met het vliegtuig is ze op anderhalf uur in België. Zelf gaan we nog tweemaal per jaar naar Polen, tijdens de zomervakantie en de kerstdagen. Voor trouwfeesten of communies stappen we in de auto. Het is 1000 kilometer autosnelweg, op minder dan negen uur rij ik naar Wroclaw, de stad waar we vandaan komen.”
Pools grootwarenhuis
Of ze dan heus niets missen uit hun moederland? “Ons leven hier is te druk om daarover na te denken”, zegt Michal. “We zijn nu zeven jaar hier We hebben meer vrienden hier dan in Polen.”
“Ik had wel het geluk dat mijn zus hier al woonde”, zegt Emilia. “Daar kon ik op terugvallen Ik weet niet of we anders gebleven waren.”
“Maar het is wel grappig”, zegt Michal. “Als we terugkomen van Polen zit onze auto afgeladen vol met Poolse producten. Vooral vlees, worst en ham. Ook brengen we Poolse wodka mee voor onze feesten hier.”
Dat hamsteren van Poolse eetwaren is in de toekomst allicht niet meer nodig. Aan de Rozenberg, in hartje Mol, is sinds twee maanden een gigantische Poolse supermarkt geopend. De uitbater is merkwaardig genoeg geen Pool, maar een Koerd die bij de pinken is. Asam Younis baatte al een dergelijke winkel uit in Antwerpen. “Veel van mijn klanten kwamen uit deze streek”, vertelt hij. “Ze vroegen me steevast waarom ik hier in Mol geen Poolse winkel opende. Het zou zeker een succes zijn. Voor ik hier begon, heb ik wel het aantal Polen opgevraagd, onder meer in hotel Corbie. Maar zakendoen, is soms durven gokken. Ik geef de winkel een jaar. Dan moet de zaak winstgevend zijn.”
© BERT DE DEKEN
Drinkebroers
De winkel trekt op deze zaterdagmiddag niet alleen Polen aan. We noteren ook Spanjaarden, Russen en Serviërs. Ook van ver buiten Mol dagen er klanten op. Zo komen Urszula en haar man Robert uit het Limburgse Lommel. Het koppel werkt in een verpakkingsbedrijf in Eindhoven. “Een vriendin vertelde me over deze winkel”, zegt Urszula. “Het is voor ons een hele vooruitgang. Vroeger moesten we ons behelpen in de Aldi of Lidl waar ze soms Poolse producten hebben. Ik koop hier zeker een speciale groentemix voor de rosól. (Poolse traditionele kippensoep, red.) en zeker ook Poolse mayonaise.”
Voor zijn winkel heeft Asam uitsluitend Pools personeel aangeworven. “Ze moeten mijn klanten verstaan en uitleg kunnen geven”, geeft hij als logische verklaring. Een van hen – Alicja – staat achter een gigantische toog vleeswaren met vooral ontelbaar veel soorten worst, maar ook lever en hart. “Hart is in Polen een lekkernij” zegt ze. “Eten jullie dat niet?” Alicja zal maar enkele weken in de winkel werken. “Ik ben op bezoek bij mijn vriend die hier als bouwvakker werkt”, vertelt ze. “Ik ben sportlerares en heb nog een kind in Polen. Ik ga dus zeker terug. Met wat ik hier verdien, kan ik een auto kopen.”
© BERT DE DEKEN
Het valt op dat veel klanten grote hoeveelheden bier en sterke drank inslaan. De Polen doen daarmee hun reputatie van drinkebroers alle eer aan. “Wil je alstublieft opschrijven dat ze dit ook verdienen”, zegt Alicja. “Ze werken enorm hard in de week. Ze mogen zich dan tijdens het weekeinde toch wel even ontspannen, niet?”