STRR1 - werkcollege - antwoorden
Strafrecht I - Formeel Strafrecht (STRR.1)
HAN University of Applied Sciences
Aanbevolen voor jou
Reacties
Andere studenten bekeken ook
- Product review Iphone 6s
- Medische basiskennis samenvatting hoofdstuk 9
- Verplichte opgaven Automate a Process Control Portfolio opdracht systeemkunde
- Practicum Automate a Process Control Hoofdstuk 1-4
- Verplichte opgaven Automate a Process Control Business Cases
- Verplichte opgaven Automate a Process Control 5 De Business Case voor een ICT verandering
Gerelateerde Studylists
Formeel strafrechtPreview tekst
College ll - Rechten van de verdachte voortvloeiend uit art. 6 EVRM
Casus 1.
Bestudeer artikel 6 EVRM en zoek in het Wetboek van Strafvordering de artikelen op die hieruit voortvloeien.
In de les behandeld.
Casus 2.
Rob B. wordt verdacht van de handel in harddrugs. Hij wordt aangehouden buiten heterdaad met toestemming van de officier van justitie. Eenmaal op het politiebureau wordt hij verhoord. De politie wil toegang tot zijn smartphone om bij de contactgegevens, whatsapp-gesprekken en notities te komen om zo inzicht te krijgen in de mogelijke dealers en afnemers. De smartphone blijkt alleen ontgrendeld te kunnen worden met een PIN-code of een vingerafdruk van Rob. Volgens de raadsman van Rob kan Rob niet gedwongen worden zijn wachtwoord dan wel vingerafdruk af te geven, omdat het Nemo tenetur-beginsel zich hiertegen verzet.
1. Beoordeel de juistheid van de stelling van de raadsman van Rob.
In art 6 lid 2 Evrm ligt de onschuldpresumptie verankerd deze houdt in Dat je niet mee hoeft te werken aan je eigen veroordeling
In het arrest Saunders is bepaald dat deze onschuldpresumptie alleen betrekking heeft op materiaal dat onafhankelijk van de wil van de verdachte bestaat.
Ten aanzien van de vingerafdruk, geldt dat deze onafhankelijk van de wil van de verdachte bestaat en dat Ron gedwongen kan worden.
De pincode zelf is onafhankelijk van de wil, maar het noemen is wilsafhankelijk en daarvoor geldt wel bescherming.
Conclusie:
Art. 6, lid 2 EVRM: een ieder tegen wie een vervolging is ingesteld, wordt voor onschuldig
gehouden totdat zijn schuld in recht is komen vast te staan (onschuldpresumptie). Nemo tenetur: niemand hoeft mee te werken aan zijn eigen veroordeling.
Vingerafdruk: in art. 6, lid 2 EVRM ligt de onschuldpresumptie verankerd, deze houdt in dat je
niet mee hoeft te werken aan je eigen veroordeling.
In het arrest Saunders is bepaald dat deze onschuldpresumptie alleen betrekking heeft op
materiaal dat onafhankelijk van de wil van de verdachte bestaat. Ten aanzien van de vingerafdruk geldt dat deze onafhankelijk van de wil van de verdachte bestaat en dus dat Rob
gedwongen kan worden om zijn vingerafdruk af te geven. Het nemo tenetur beginsel verzet
zich daar niet tegen. Pincode: de pincode zelf bestaat onafhankelijk van de wil van de verdachte, maar het
noemen daarvan is wilsafhankelijk en daarvoor geldt dat de verdachte wel wordt beschermd
door het nemo tenetur beginsel.
De raadsman heeft dus voor een gedeelte gelijk.
Rob geeft na zijn aanhouding meteen aan dat hij zijn advocaat bij zijn verhoor aanwezig wil hebben (verhoorbijstand). Pas bij het derde verhoor wordt zijn raadsman, mr. Vlug, toegelaten. Rob heeft dan al een gedeeltelijke bekentenis afgelegd.
Rob wordt vervolgd voor het dealen in harddrugs. Op het onderzoek ter terechtzitting voert mr. Vlug aan dat art. 6 EVRM geschonden is omdat hij pas na het derde verhoor is toegelaten.
2. Heeft mr. Vlug gelijk? Is hier sprake van schending van (onder meer) art. 6 EVRM?
Er is sprake van schending van art. 6, lid 3, sub c EVRM jo. Art. 28d Sv: de verdachte heeft het recht om zicht zelf te verdedigen of daarbij bijstand te hebben van een raadsman naar eigen
keuze.
Mr. Vlug heeft gelijk.
Casus 3. Na een flinke ruzie met de buurman gooit een boze Raymond van den Beek een baksteen door de ruit van diens auto. Helaas voor Raymond wordt dit gezien door een buurtbewoner en deze loopt direct naar het politiebureau. Een uur later wordt Raymond aangehouden. Raymond geeft direct aan geen behoefte aan consultatie- en verhoorbijstand te hebben. Tijdens het politieverhoor wordt het Raymond te heet onder de voeten. Hij geeft aan toch graag zijn zaak met een advocaat te willen overleggen. De verhorende politieambtenaar ziet dit niet echt zitten en vindt dat Raymond voor het verhoor had moeten aangeven dat hij graag een advocaat wilde spreken.
1. Moet de politieambtenaar Raymond nu nog de kans geven om met een advocaat te overleggen?
Art. 28d, lid 2 jo 28a, lid 2 Sv: de verdachte kan tijdens het verhoor dat niet door een
raadsman wordt bijgewoond, verzoeken dat het wordt onderbroken voor overleg met een raadsman.
Stel dat het Raymond wordt toegestaan om met een advocaat te overleggen. Hij merkt aan de politieambtenaren dat zij enigszins geïrriteerd zijn geraakt door zijn houding en door het feit dat hij toch nog een advocaat wilde raadplegen. Raymond krijgt het idee dat hij misschien wel sneller van het verhoor kan afkomen door te blijven ontkennen en door constant om overleg met een advocaat te vragen. Dan geven die agenten vanzelf wel op, denkt hij. Op een gegeven moment is één van de verhorende agenten het zat en weigert Raymond voor de derde keer te laten overleggen met zijn advocaat.
2. Mag de verhorend ambtenaar in dit geval het overleg met de raadsman weigeren?
Art. 28d, lid 2 Sv: de verhorende ambtenaar kan een verzoek van de verdachte of diens
raadsman tot onderbreking van het verhoor voor onderling overleg afwijzen, indien door het voldoen aan herhaalde verzoeken de orde of de voortgang van het verhoor zou worden
verstoord. De verhorende ambtenaar mag dus in dit geval het overleg met de raadsman weigeren.
Stel dat Raymond zwakbegaafd is. Na zijn aanhouding komt hij terecht op het politiebureau en wordt aan hem gevraagd of hij gebruik wil maken van consultatiebijstand. Raymond geeft aan hier geen gebruik van te willen maken. Raymond
College lll – het opsporingsonderzoek en onderzoek door de rechter-commissaris
Casus 1
Hans Z. is een verdachte in een onderzoek naar de handel in drugs. Op een dag besluit de officier van justitie om Hans aan te houden in zijn woning. De opsporingsambtenaren zijn rechtmatig de woning binnen gegaan en zoeken Hans. In deze zoektocht wordt in de woning ook een vuurwapen aangetroffen, deze ligt zichtbaar naast het bed op de grond. Op de overloop voor de slaapkamer staat een grote AH-tas met daarin pakketjes met vermoedelijk cocaïne.
1. Op grond van welk artikel is de officier van justitie belast met het opsporingsonderzoek?
Art. 132a Sv
2. Leg uit of de aanwezige opsporingsambtenaren het aangetroffen vuurwapen ook mee mogen nemen.
Gewerenarrest: de leer van de voortgezette toepassing, dat mag mits die agenten rechtmatig in de woning waren en de bevoegdheid hebben om het wapen mee te nemen. Art. 49 Wwm (rechtsregel opschrijven)
De vraag die in casu centraal stond, is of de agent het geweer in beslag mocht nemen en derhalve of de agent enkel bevoegd was te controleren of de Drankwet werd nageleefd? In cassatie oordeelde de Hoge Raad dat het feit dat de ambtenaar
bezig was met het handhaven van de Drankwet, geen belemmering vormde om bij toeval ontdekte strafbare feiten ook verder te gaan opsporen, in casu overtreding van
de (toenmalige) Vuurwapenwet. Men spreekt van een ‘voortgezette toepassing van bevoegdheden’.
Casus 2
U bent werkzaam bij het OM in de hoedanigheid van parketsecretaris. De raadsman van de verdachte vraagt aan u of hij in de plaats van zijn cliënt een schouw door de RC mag bijwonen.
1. Wat is een schouw?
Wanneer een rechter of OvJ een plaats delict gaat bezoeken. Art. 151 Sv
2. Op grond van welke wettelijke bepaling kan de RC een schouw uitvoeren?
Art. 192 Sv
3. Heeft de verdachte het recht om hierbij aanwezig te zijn?
Art. 192 lid 2 Sv ja, tenzij het belang van het onderzoek dit niet toestaat
4. Heeft de raadsmaan het recht om hier (in plaats van de verdachte) bij te zijn? Zo ja, op grond van welke wettelijke bepaling?
Art. 241b Sv alles wat de verdachte mag, mag zijn/haar verdachte ook
Casus 3
Een woonwijk in Amersfoort wordt de laatste maanden geteisterd door grootschalige brandstichtingen. In de afgelopen vijf maanden zijn al twaalf branden aangestoken voor de deur van woningen in die woonwijk. Daarbij bekladt de dader telkens de betreffende woning met bedreigende teksten als: “Ik weet jullie te vinden” en “Volgende keer beter...”. Bij de branden zijn tot nu toe gelukkig geen doden of gewonden gevallen, maar de schrik in de buurt zit er goed in! Barend verdenkt zijn buurman Rasheed van de brandstichtingen. Hij heeft hem in de nachten van de branden ’s nachts met donkere kleding en een muts op in de buurt zien rondsluipen. Telkens als Rasheed weer thuis kwam, hoorde Barend brandweerauto’s met gillende sirenes door de buurt gaan. Bovendien zijn de branden steeds aangestoken bij mensen die kort daarvoor ruzie met Rasheed hadden. Barend meldt zijn vermoeden via de tiplijn Meld Misdaad Anoniem.
De officier van justitie neemt de tip serieus en uit een ingesteld opsporingsonderzoek wordt Rasheed aangehouden. De OvJ acht het noodzakelijk dat de laptop van Rasheed in beslag dient te worden genomen en dat overigens de woning van Rasheed moet worden doorzocht in verband de aanwezigheid van mogelijk bewijsmateriaal.
1. Wie is bevoegd om de woning te doorzoeken?
Art. 110 Sv, de OvJ vordert dat aan de RC, de RC kan ook meegaan
In de praktijk zal de RC zelf niet of nauwelijks doorzoeken, dat laat hij over aan de deskundige rechercheurs.
2. Op grond van welke bepaling kunnen de rechercheurs de woning van Rasheed doorzoeken?
Art. 110 Sv opsporingsambtenaar
Tijdens de verhoren van Rasheed blijkt dat hij heel vreemd gedrag vertoont. Men vermoedt dat Rasheed lijdt aan meerdere angst- en stresssyndromen en dat hij een neiging heeft om alles te vernielen wat hij tegenkomt. Gedragskundigen kunnen hier geen verklaring voor vinden, behalve dat het mogelijk te maken heeft met zijn moeilijke jeugd in zijn land van afkomst. In Nederland zijn slechts drie mensen vermoedelijk in staat om het gedrag van Rasheed te onderzoeken. Deze psychiatrische deskundigen staan niet geregistreerd als gerechtelijk deskundigen. Een door hen te verrichten onderzoek naar het gedrag van Rasheed zal dan ook van beperkte waarde zijn, maar de OvJ vindt het toch noodzakelijk dat een van hen Rasheed onderzoekt.
3. Hoe dient de OvJ te handelen om Rasheed te laten onderzoeken?
Art. 176 Sv: de RC kan uit zichzelf, op vordering van de OvJ of verzoek van verdachte, een of meer deskundigen benoemen.
4. Kan Rasheed in dit kader ter observatie worden overgebracht naar een kliniek?
Art. 196 Sv ja, als hij in VH zit.
Stel dat Barend niet via MMA de melding heeft gedaan, maar dat hij zich bij de politie heeft gemeld met dit verhaal onder toevoeging dat hij absoluut niet wil dat bekend wordt dat hij de getuige is.
5. Wie verleent Barend de status van bedreigde getuige en op grond van welke bepalingen?
1. Zal de rechter-commissaris in de gegeven omstandigheden de bewaring bevelen? Bespreek alle relevante aspecten.
Art. 63 en 64 Sv alle voorwaarden afgaan
Art. 67a, lid 2, sub 2 Sv: recidive l Julio heeft een strafblad en er moet dus rekening gehouden worden met dat hij een misdrijf zal begaan
Art. 302 Sv staat 8 jaar op, dus meer dan 6 jaar
Dus, ja
Stel dat op 1 mei 2020 de gevangenhouding van Julio wordt bevolen. Naast het kickboksen is hij veelbelovend student aan de HAN en hij wil graag de colleges volgen. Hij verzoekt daarom om schorsing van de voorlopige hechtenis.
2. Welke rechter beslist over dit schorsingsverzoek?
Art. 80, lid 1: de rechter op het verzoek van de verdachte of vordering van het OM
Art. 86, lid 1 Sv: door de rechter die – hetzij in eerste aanleg, hetzij in hoger beroep –
bevoegd is de voorlopige hechtenis te bevelen, dus de rechtbank
3. Welke voorwaarden kan de rechter aan een eventuele schorsing verbinden?
Art. 80, lid 2 Sv
Stel dat de voorlopige hechtenis van Julio onder voorwaarden wordt geschorst. Julio houdt zich niet aan de schorsingsvoorwaarden.
4. Wat kan de officier van justitie doen om Julio weer vast te (laten) zetten?
Art. 82, lid 2 Sv 83 en 84 Sv
De officier van Justitie wil graag dat Julio tot en met het onderzoek ter terechtzitting in gevangenhouding blijft.
5. Op welke datum moet de zitting in dat gevaluiterlijk beginnen?
Art. 66, lid 1 90 dagen (1 juli)
6. Wanneer moet de dagvaarding dan uiterlijk worden betekend?
Art. 265, lid 1 Sv 10 dagen (20 juni)
Casus 3 Hieronder tref je een aantal koppen van nieuwsberichten aan over een verdachte die onlangs in Arnhem is werden opgepakt voor brandstichting de dood tot gevolg hebbend.
Opdracht: Beschrijf aan de hand van de onderstaande tekst welke vrijheidsbenemende dwangmiddelen zijn ingezet. Verwijs hierbij naar de relevante wetsbepalingen en benoem de voorwaarden.
Bericht op 27 september 2018: OM: “verdachte van brandstichting (art. 157 Sr) in een flat waarbij een echtpaar is omgekomen, is aangehouden. De verdachte wordt op dit moment voor in ieder geval drie dagen vastgehouden op het politiebureau (...)”. Bericht op 3 oktober 2018: verdachte van brandstichting langer vast (nos)
“De man die wordt verdacht van de brandstichting in een flatgebouw waarbij een echtpaar om het leven kwam, blijft zeker veertien dagen langer vast. De rechter- commissaris in Arnhem ziet voldoende aanleiding om de verdachte langer vast te houden. De verdachte is vorig ook al veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden voor het in brand steken van een garagebox (...)”
Bericht van 16 oktober 2018: Verdachte brandstichting opnieuw langer vast (nos)
“(...) Het voorarrest van de man die verantwoordelijk wordt gehouden voor een brandstichting waarbij een echtpaar in Arnhem omkwam, is opnieuw verlengd. De rechtbank in Arnhem vindt dat er genoeg reden is om de man langer vast te houden. De verdachte blijft nog drie maanden in voorlopige hechtenis. Daarna wordt opnieuw getoetst of hij langer vast moet blijven. (...)”
Art. 57 Sv en 67 Sv inverzekeringstelling
In bewaringstelling (art. 63, 64, 67 en 67a Sv
Gevangenhouding (art. 65 Sv)
Gevangenhouding kan opnieuw worden verlengd. Je wil de anticipatietoets en hoelang het onderzoek gaat duren.
De agent moet zich houden aan de beginselen van behoorlijk strafprocesrecht.
Gedurende de inverzekeringstelling zijn inmiddels camerabeelden aangetroffen waarop Sahen te zien is bij de toegangspoort van het Huis van Bewaring te Grave.
Naast de aanhouding van Sahen wil de officier van justitie onder andere de computer van Sahen in beslag nemen. Sahen wordt na het openen van een deur uiteindelijk aangetroffen in zijn slaapkamer. Daar staat in het zicht op een tafeltje zijn computer. Deze wordt inbeslaggenomen.
2. Bespreek, de rechtmatigheid van de inbeslagneming van de computer.
inbeslagneming art., 95/96 Sv jo 94 Sv
betreding ter inbeslagneming art. 96 lid 1 Sv, want hij neemt een voor de hand liggend voorwerp mee, namelijk de computer.
art. 96 lid 1 Sv betreden plaats ter inbeslagneming verdenking van een misdrijf zoals omschreven in art. 67 Sv
door wie: opsporingsambtenaar 96 lid 1 Sv de politie
tegen wie: art. 94 lid 1 Sv, voorwerpen die kunnen dienen om de waarheid aan de dag te brengen. (in dit geval de computer)
in welke gevallen: VH-feit 67 lid 1 Sv
op welke gronden: in belang van het onderzoek (94 lid 1 sv en 94a Sv)
is er sprake van de betreding van een woning?
het legitimeren (art. 1 Awbi):
en het doel van het binnentreden mededelen (art. 1 Awbi):
bevoegdheid binnentreden (bijv. art. 55 Sv) mededelen:
machtiging Awbi tonen (art. 2 en 3 Awbi )
Proportionaliteit:
Subsidariteit:
Stel, los van het antwoord op de vorige vraag, dat de verbalisanten op het bed van Sahen een op een vuurwapen gelijkend voorwerp zien liggen. Zij nemen dit wapen in beslag.
3. Bespreek, de rechtmatigheid van de inbeslagneming van het vuurwapen.
Gewerenarrest en voorgezette toepassing.
inbeslagneming bevoegdheid om wapen mee te nemen 52 WWM
betreding
artikel: 52 Wwm en 96 Sv uitwerken
door wie:
tegen wie:
In welke gevallen:
op welke gronden:
Casus 2
Stijn L. woont op kamers in Nijmegen en geniet van het studentenleven. Al snel zit hij in geldnood en bedenkt daarom een 'makkelijke' manier om aan geld te komen. Hij weet een sleutel te fabriceren waarmee hij de meeste kluisjes kan openen in de sportschool waar hij regelmatig traint. Vervolgens haalt hij op meerdere dagen mobieltjes, portemonnees en laptops uit de kluisjes. Voordat de buit wordt doorverkocht bewaart hij de gestolen spullen in een afgesloten inbouwkast op zijn kamer. Na klachten van meerdere sporters doet de eigenaar van de sportschool aangifte van de diefstallen (art. 310 Sr).
De politie besluit via het pasjesregistratiesysteem van de sportschool te controleren wie er op de tijden van de diefstallen kort aanwezig waren. De naam van Stijn komt al snel bovendrijven. Bovendien is op camerabeelden te zien is dat Stijn meerdere kluisjes opent en daar goederen uit wegneemt en in zijn tas stopt. De officier van justitie geeft twee agenten een machtiging voor een doorzoeking van de woning van Stijn ter aanhouding. Een huisgenoot van Stijn doet open en zegt dat Stijn niet thuis is. De agenten gaan, na het tonen van de machtiging, toch de woning binnen en vinden Stijn die zich verstopt heeft op het toilet. Stijn weigert de deur van de wc open te maken en deze wordt daarom door de agenten geforceerd.
1. Bespreek de rechtmatigheid van de betreding van de woning, het forceren van de deur en de aanhouding van Stijn.
1 aanhouding
2 doorzoeking
3 artikel: 55a lid 2 Sv
Door wie: door opsporingsambtenaren met een machtiging
Tegen wie: verdachte
In welke gevallen: VH-feit, omdat het gaat om een aanhouding buiten heterdaad art. 54 Sv
Op welke gronden: om iemand naar het politiebureau te brengen
4.
Casus 1 Op 12 februari 2020 komt er bij de politie in Arnhem een klacht binnen. Een anonieme buurtbewoner geeft aan dat er bij het pand Klarendaalse weg nr. 468 (waar zich een kapperszaak en een tattooshop bevinden) regelmatig jongens aan de deur komen met scootertjes. Volgens de tip komen deze jongens na korte tijd weer naar buiten om vervolgens richting Station Arnhem-Velperpoort te rijden om daar drugs te verhandelen. Het is bekend dat in deze buurt drugs wordt verhandeld. De buurtbewoner heeft daarom het idee dat de kapperszaak mede wordt gebruikt voor (tussen)handel in drugs. Naar aanleiding van deze tip besluit de politie om de situatie rond het pand te bekijken. Een rechercheur in burger houdt het pand een woensdagmiddag en een donderdagavond in de gaten en volgt enkele ‘bezoekers’ per scooter. Hij ziet dat deze jongens inderdaad richting het Velperpoort-station gaan en daar contact hebben met diverse mensen, waarvan sommigen bij de politie bekend staan als gebruikers van harddrugs. Hij ziet dat er daarbij ‘spullen’ en geld van hand tot hand gaan. Naar aanleiding van deze observatie, neemt de hulpofficier contact op met de officier van justitie. De officier van justitie besluit daarop het pand aan de Klarendaalse weg binnen te vallen. Bij deze inval worden 200 XTC-pillen aangetroffen en 500 gram cocaïne. Deze drugs worden in beslag genomen. Naar aanleiding van deze inval wordt de eigenaar van de kapperszaak Jean van R. aangehouden. Hij wordt verdacht van het bezit en de verkoop van harddrugs (art. 10 Opiumwet) en deelneming aan een criminele organisatie (art. 140 Sr). Ter terechtzitting stelt de raadsman van Jean, dat de observatie die aan de inval is voorafgegaan onrechtmatig was. Omdat het hier een stelselmatige observatie betrof, had hier naar zijn mening een bevel van de officier van justitie voor moeten worden afgegeven. 1. Bespreek het standpunt van de raadsman. Heeft hij gelijk? Met stelselmatige observatie ogv art 126o Sv moet er stelselmatig, dus langdurig geobserveerd worden. Dit moet betekenen dat er een beeld gecreëerd wordt van de verdachte zijn leven. Het observeren i. is een middag en een avond gebeurd, op basis van deze informatie is er niet te spreken van stelselmatige observatie zoals in art 126o Sv. De opsporingsambtenaar had geen bevel nodig van de OvJ zoals de raadsman van de verdachte dat zei. Is een beperkte inbreuk en kan gewoon gedaan worden o.g. art 3 Politiewet Casus 2 In en rond Tilburg blijkt een groep mannen bezig te zijn met het beramen van gewapende overvallen op geld- en waardetransporten in Brabant. Dit is gebleken uit informatie van het Team Criminele Inlichtingen (TCI) van de regionale eenheid politie Zeeland - West-Brabant. Het TCI heeft deze informatie verkregen van een informant uit het criminele circuit. De politie heeft deze informatie vervolgens doorgegeven aan de hoofdofficier van justitie in het arrondissement Zeeland - West-Brabant. De hoofdofficier geeft dit vervolgens door aan de officier die belast is met de betrijding van zware criminaliteit. Deze stelt een opsporingsonderzoek in. Om de organisatie beter in kaart te brengen en meer duidelijkheid te krijgen over de criminele plannen wil zij dat daarbij de smartphones van de door de informant genoemd mannen worden ‘getapt’. 1. Welke wettelijke bevoegdheid kan de officier hiervoor inzetten? de bob-bevoegdheid tappen van een telefoon geregeld in art 126t Sv. 2. Aan welke voorwaarden moet daarbij zijn voldaan? Welke bevoegdheid zet ik in 1. Met welk doel zet ik het in? --> art 126t Sv
- Wie is de bevoegde autoriteit (OvJ/R-C) → de OvJ aan een opsporingsambtenaar
- Tegen wie gebruik ik de bevoegdheid? --> tegen een persoon ten aanzien van wie uit feiten of omstandigheden een redelijk vermoeden voortvloeit dat deze betrokken is bij het in organisatorisch verband beramen of plegen van strafbare feiten.
- in welke gevallen→ in verdachte criterium van 126o Sv + strafbare feiten waar voorlopige hechtenis is toegestaan
- proportionaliteit/subsidiariteit→ het onderzoek dit vordert
Om de telefoonnumers van de betrokken personen te achterhalen wil het opsporingsteam een zogenaamde 'IMSI-catcher' gebruiken (International Mobile Subscriber Identity) (Een IMSI-catcher is een apparaat dat, door zich voor te doen als een zendmast, in staat is om alle telefoongesprekken in de omgeving van die IMSI-catcher op te vangen) 3. Op grond van welke wettelijke bepaling zou dit apparaat kunnen worden ingezet? o.g. art 126r Sv zou dit IMSI-catcher gebruikt kunnen worden ingezet. 4. Zijn er nog andere manieren om achter de nummers van de betrokken personen te komen? Door een beroep te doen op art 126ub of art 126ua Sv kan er een telefoonnummer achterhaald worden.
Casus 3 Annie de Reuver, eigenaresse van een coffeeshop in Eindhoven, ontvangt een dagvaarding met daarin de volgende tenlastelegging: “Dat zij op of omstreeks 15 juli 2017 te Eindhoven opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, ongeveer 18,9 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende hennepolie, zijnde hennepolie een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I” De coffeeshop heeft eenmalig een hoeveelheid hennepolie verkocht. Dit is gebleken tijdens een opsporingsonderzoek naar aanleiding van aanwijzingen dat er in de bewuste coffeeshop ook zaken werden verkocht die niet onder het gedoogbeleid vallen, zoals hennepplanten en/of -stekjes. De officier van justitie heeft opsporingsambtenaar Farik een bevel gegeven om bij de coffeeshop te polsen of naast weed en hasj ook andere producten werden verkocht. Met dat doel heeft Farik zich in het kader van het opsporingsonderzoek naar de coffeeshop begeven en zich voorgedaan als klant. Hij vertelde Annie daarbij een verhaal over zijn zieke vrouw die aan reuma leed, waarvoor zij medicinale weed gebruikte, maar dat dit niet het gewenste effect had. Zijn vrouw zou veel meer baat hebben bij weed uit een coffeeshop. Annie was zeer begaan met het lot van de zieke vrouw. Daarom heeft ze samen met Farik gekeken op een website over de medicinale werking van hennep. Daar stonden onder meer verhalen van mensen die weed en hennepolie gebruikten en die daar veel baat bij hadden. Farik heeft Annie toen gevraagd of zij hem hennepolie kon leveren. Annie heeft de olie, die speciaal voor dit geval door een kennis is vervaardigd, de volgende dag aan Farik verkocht.
- Welke bijzondere opsporingsmethode is hier ingezet? Pseudokoop/infiltratie. In deze situatie doet de opsporingsambtenaar zich voor als klant en neemt een goed of een dienst af o.g. art 126i Sv.
- Bespreek de rechtmatigheid van de inzet van deze bevoegdheid in deze zaak. Toets aan alle voorwaarden.
College Vll – DNA-onderzoek
Casus 1
Clara, een 23-jarige verpleegster, wordt na haar avonddienst op weg naar huis door een onbekende man van haar fiets getrokken en verkracht. Zij verzet zich hevig en trekt de verkrachter aan zijn haren. Ook krabt zij hem over zijn rug. Op de plaats delict, een bossage naast het fietspad, worden enkele haren gevonden. Onder de nagels van Clara wordt huidepitheel gevonden en er wordt sperma aangetroffen op in haar lichaam. Al deze sporen zijn vermoedelijk afkomstig van de verdachte. Clara zegt in haar verklaring bij de politie dat zij de man die haar verkrachtte niet heeft herkend. Wel heeft zij het idee dat hij niet van Nederlandse komaf is. Verder had hij een opvalllend horloge om dat zij waarschijnlijk wel zou herkennen.
Het gevonden materiaal wordt op bevel van de officier van justitie door het NFI onderzocht en vergeleken met de DNA-databank.
1. Op grond van welke bepaling kan de officer dit onderzoek uit laten voeren? Welke voorwaarden gelden hiervoor?
Op grond van art. 151a Sv, de OvJ kan ambtshalve in het belang van het onderzoek, dat gericht is op het vergelijken van DNA-profielen, laten verrichten.
Art. 151a Sv:
Gronden: in het belang van het onderzoek
Tegen wie: de verdachte of een derde
Door wie: OvJ ambtshalve
Gevallen: elk feit, omdat er geen artikel in staat
Formaliteiten: vingerafdrukken afnemen
Het bovenstaande onderzoek levert helaas geen match met een profiel in de datbank.
2. Welk onderzoek is vervolgens mogelijk? Is voldaan aan de voorwaarden voor inzet van deze bevoegdheid?
art. 151d Sv,
welk doel: belang van het onderzoek
bevoegde autoriteit: OvJ
tegen wie: in casu onbekende verdachte
gevallen: art. 67 lid 1 Sv (VH-feiten)
formaliteiten:
Uit het DNA-onderzoek blijkt dat de verdachte van Aziatische afkomst is. Er wordt besloten tot een grootschalig DNA-onderzoek onder Aziatische mannen in de leeftijd van 18 tot 70 jaar. Sing Hu, een Aziatische chirurg van het ziekenhuis waar Clara werkt, weigert.
3. Kan ondanks deze weigering toch DNA-materiaal van Sing Hu worden afgenomen? Zo ja; hoe en door wie geschiedt deze afname?
De casus geeft aan dat er een verwantschapsonderzoek is zie art. 151da Sv, dit onderzoek is vrijwillig.
o.g. 151b Sv kan een verdachte worden gedwongen om mee te werken. Het is de vraag of Sing Hu een verdachte is. Alleen zijn er geen ernstige bezwaren tegen de verdachte.
Door wie: OvJ
Feiten: VH-feiten
Tegen wie: verdachte met ernstige bezwaren
Gronden: belang van het onderzoek
Formaliteiten: de verdachte moet worden gehoord en wangslijmvlies afnemen.
Stel, anders dan het voorgaande, dat Sing Hu niet als verdachte in beeld is. De officier van justitie wil vervolgens een DNA onderzoek instellen ter vaststelling van de verwantschap en wil daarom dat van alle Aziatische inwoners ouder dan 16 jaar, uit de omgeving DNA wordt afgenomen.
4. Bespreek de mogelijkheden en voorwaarden van deze methode.
151da Sv
Door wie: OvJ
Tegen wie: verdachte
Gronden: belang van het onderzoek
Feiten: alle feiten genoemd in lid 3
Stel, ander dan het voorgaande, dat van Sing Hu nog geen celmateriaal is afgenomen tijdens het opsporingsonderzoek.
Naast psychische klachten heeft Clara na verloop van tijd last van lichamelijke klachten. Eigenlijk is zij bang dat ze door de verkrachting besmet is geraakt.
5. Welke wettelijke mogelijkheid heeft Clara om uit te laten zoeken of Sing Hu haar besmet heeft?
151 e Sv,
Intrekking dagvaarding (artikel 266 Sv) Door een wijziging van de tenlastelegging (artikel 313 Sv).
Stel dat uit het dossier overduidelijk blijkt dat Peter de poging tot moord niet kan hebben gepleegd. Hij wil daarom ook niet in het openbaar voor dit zware feit terecht staan. 3. Wat kan Peter doen om dit te voorkomen? Hij kan bezwaar maken tegen de dagvaarding (artikel 262 Sv)
4. Welke beslissingen kan de rechter in deze procedure nemen? De rechtbank moet dan onderzoek doen. Artikel 262 lid 2 Sv
College lX – het slachtoffer in het strafproces
Praktijkvragen
Casusvraag 1
Victor is op 30 december vuurwerk aan het afsteken met zijn vriendjes Kees en Adriaan. Jan komt samen met zijn hond langslopen, net op het moment dat er een grote vuurpijl wordt aangestoken door Victor. De hond van Jan schrikt hier zo erg van, dat hij zich losrukt en wegrent. Jan wordt hierop boos op Victor en komt woedend op Victor af. Victor ziet dit pas op het laatste moment en voelt dat hij met kracht door Jan wordt geduwd. Victor valt achterover, met zijn hoofd tegen de drempel van de voordeur van de woning aan. Hij breekt hierbij zijn pols en houdt verder twee gekneusde ribben en een hersenschudding over aan het incident. Jan wordt gedagvaard te verschijnen voor de politierechter inzake mishandeling, zwaar lichamelijk letsel ten gevolge hebbend (artikel 300 lid 2 Sr).
1. Heeft Victor recht op informatie over de datum en het tijdstip van de zitting? En zo ja, wie moet hem hierover informeren?
Art. 51ac lid 1 sub f Sv, door de OvJ.
2. Mag Victor het spreekrecht uitoefenen op de zitting bij de politierechter?
Art. 51e Sv, omdat art. 300 Sv wordt genoemd
3. Is het feit dat Victor slechts 15 jaar oud is van invloed op het antwoord op vraag 1?
Nee, want art. 51e lid 5, minderjarigen van 12 jaar of ouder mogen ook spreekrecht uitoefenen.
Victor en zijn ouders hebben een advocaat verzocht om hen bij te staan.
4. Waar is bijstand door een advocaat voor de benadeelde partij geregeld?
Art. 51c lid 1,2 en 3 Sv
De advocaat heeft (op grond van artikel 51B Sv) verzocht om een afschrift van het strafdossier. Victor en zijn ouders willen dat een geneeskundige verklaring van de arts, die nu niet in het strafdossier zit, hier wel aan toe wordt gevoegd.
5. Hoe kan (de advocaat van) Victor dit bewerkstelligen?
Art 51b lid 2 Sv, OvJ verzoeken
Door het incident heeft Victor 10 behandelingen gehad bij de fysiotherapeut om zijn arm te mobiliseren. Hiervoor was hij echter niet verzekerd. Eén behandeling kost 35 euro. De totale kosten komen daarmee op 350 euro.
6. Beschrijf een mogelijkheid voor Victor om via het strafproces de door hem gemaakte kosten vergoed te krijgen.
Art. 51f Sv
Jan wordt vrijgesproken van de mishandeling van Victor.
7. Hoe zal de uitspraak van de politierechter met betrekking tot vordering benadeelde partij luiden?
Niet-ontvankelijkheid art. 631 lid 2 sub a Sv,
STRR1 - werkcollege - antwoorden
Vak: Strafrecht I - Formeel Strafrecht (STRR.1)
Universiteit: HAN University of Applied Sciences
Dit is een preview
Toegang tot alle documenten
Onbeperkt downloaden
Hogere cijfers halen
Dit is een preview
Toegang tot alle documenten
Onbeperkt downloaden
Hogere cijfers halen
Waarom is deze pagina onscherp?
Dit is een preview
Toegang tot alle documenten
Onbeperkt downloaden
Hogere cijfers halen
Waarom is deze pagina onscherp?
Dit is een preview
Toegang tot alle documenten
Onbeperkt downloaden
Hogere cijfers halen
Waarom is deze pagina onscherp?
Dit is een preview
Toegang tot alle documenten
Onbeperkt downloaden
Hogere cijfers halen
Waarom is deze pagina onscherp?
Dit is een preview
Toegang tot alle documenten
Onbeperkt downloaden
Hogere cijfers halen
Waarom is deze pagina onscherp?
Dit is een preview
Toegang tot alle documenten
Onbeperkt downloaden
Hogere cijfers halen
Waarom is deze pagina onscherp?
Dit is een preview
Toegang tot alle documenten
Onbeperkt downloaden
Hogere cijfers halen
Waarom is deze pagina onscherp?
Dit is een preview
Toegang tot alle documenten
Onbeperkt downloaden
Hogere cijfers halen
Waarom is deze pagina onscherp?
Dit is een preview
Toegang tot alle documenten
Onbeperkt downloaden
Hogere cijfers halen
Waarom is deze pagina onscherp?
Dit is een preview
Toegang tot alle documenten
Onbeperkt downloaden
Hogere cijfers halen
Waarom is deze pagina onscherp?
Dit is een preview
Toegang tot alle documenten
Onbeperkt downloaden
Hogere cijfers halen
Waarom is deze pagina onscherp?
Dit is een preview
Toegang tot alle documenten
Onbeperkt downloaden
Hogere cijfers halen
Waarom is deze pagina onscherp?
Dit is een preview
Toegang tot alle documenten
Onbeperkt downloaden
Hogere cijfers halen
Waarom is deze pagina onscherp?
Dit is een preview
Toegang tot alle documenten
Onbeperkt downloaden
Hogere cijfers halen
Waarom is deze pagina onscherp?
Dit is een preview
Toegang tot alle documenten
Onbeperkt downloaden
Hogere cijfers halen
Waarom is deze pagina onscherp?
Dit is een preview
Toegang tot alle documenten
Onbeperkt downloaden
Hogere cijfers halen
Waarom is deze pagina onscherp?
Dit is een preview
Toegang tot alle documenten
Onbeperkt downloaden
Hogere cijfers halen
Waarom is deze pagina onscherp?
Dit is een preview
Toegang tot alle documenten
Onbeperkt downloaden
Hogere cijfers halen
Waarom is deze pagina onscherp?
Dit is een preview
Toegang tot alle documenten
Onbeperkt downloaden
Hogere cijfers halen
Waarom is deze pagina onscherp?
Dit is een preview
Toegang tot alle documenten
Onbeperkt downloaden
Hogere cijfers halen
Waarom is deze pagina onscherp?
Dit is een preview
Toegang tot alle documenten
Onbeperkt downloaden
Hogere cijfers halen
Waarom is deze pagina onscherp?
Dit is een preview
Toegang tot alle documenten
Onbeperkt downloaden
Hogere cijfers halen
Waarom is deze pagina onscherp?
Dit is een preview
Toegang tot alle documenten
Onbeperkt downloaden
Hogere cijfers halen
Waarom is deze pagina onscherp?
Dit is een preview
Toegang tot alle documenten
Onbeperkt downloaden
Hogere cijfers halen
Waarom is deze pagina onscherp?
Dit is een preview
Toegang tot alle documenten
Onbeperkt downloaden
Hogere cijfers halen
Waarom is deze pagina onscherp?
Dit is een preview
Toegang tot alle documenten
Onbeperkt downloaden
Hogere cijfers halen
Waarom is deze pagina onscherp?
Dit is een preview
Toegang tot alle documenten
Onbeperkt downloaden
Hogere cijfers halen
Waarom is deze pagina onscherp?
Dit is een preview
Toegang tot alle documenten
Onbeperkt downloaden
Hogere cijfers halen
Waarom is deze pagina onscherp?
Andere studenten bekeken ook
- Product review Iphone 6s
- Medische basiskennis samenvatting hoofdstuk 9
- Verplichte opgaven Automate a Process Control Portfolio opdracht systeemkunde
- Practicum Automate a Process Control Hoofdstuk 1-4
- Verplichte opgaven Automate a Process Control Business Cases
- Verplichte opgaven Automate a Process Control 5 De Business Case voor een ICT verandering